Al jarenlang doe ik mijn best om me niet al te gehandicapt voor te doen. Dat valt niet mee aangezien ik binnenshuis duidelijk moeizaam loop en buitenshuis in een rolstoel zit. In een paar dagen tijd heb ik verschillende mensen over de vloer gehad die ik niet ken. Mannen die zonwering komen inmeten, de boodschappen bezorgen en collectanten. Allemaal vragen ze of ik wel ga genieten van het mooie weer, met mijn scootmobiel eropuit ga, de zon in. Alsof ik niet zelf kan bedenken dat het heerlijk zonnig lenteweer wordt. Wanneer ik antwoord dat ik geen scootmobiel heb, sta ik vervolgens tegen een vreemde uit te leggen dat ik daarvoor te slecht loop en meer heb aan mijn rolstoel met elektrische ondersteuning.
Als tijdens zo’n gesprek blijkt dat ik niet zomaar even in een park kan komen (of op een andere plek waar ik volgens hen kan genieten van de zon), slaat de sfeer om en wordt me op infantiele toon duidelijk gemaakt dat ik naar buiten móet. Hoe meer ik mijn best doe om verstandig over te komen, hoe slechter dat lukt.
Uiteindelijk geef ik ze wel een beetje gelijk. Daad bij woord voegend ga ik in mijn achtertuin in de zon zitten. Daar zijn de zonwering-installateurs bezig en kennelijk zit ik in de weg. Ik zou me nuttig kunnen maken door koffie voor ze te zetten, zeggen ze.
Ik keer om en ga weer naar binnen.