Net als een paar maanden geleden zit ik binnen. Destijds omdat ik in de sneeuw niet zelf kan rollen in mijn rolstoel, de grote wielen slippen weg in de sneeuw en de kleine voorwieltjes graven zich in. Nu, omdat ik niet (meer) tegen hitte kan. Ik probeer eraan te ontsnappen door binnen voor een ventilator te gaan zitten, de gordijnen dicht.
Zenuwen die spieren moeten aansturen doet het niet goed met grote hitte, dankzij m’n MS doen ze bij mij dan vrijwel niets meer. Alleen met uiterste inspanning lukken fysieke activiteiten nog, zoals het rollen van m’n stoel. Daarmee oververhit ik mezelf natuurlijk wel.
Ik zit te fantaseren over een duik in een helder meer met fris, zoet water. Daarbij vergeet ik voor het gemak dat ik alleen in zout water nog blijf drijven. In zoet water zal ik zinken, maar daar hoef ik me met mijn dagdromerij niets van aan te trekken.
Net als een paar maanden geleden kijk ik uit naar mijn afspraak die me even uit m’n huis haalt. Mijn rolstoel zal geduwd worden en waar ik destijds uitkeek naar de verwarming, kan ik dit keer haast niet wachten tot ik in de koele auto zit.