Op de bouw klinkt lawaai, natuurlijk. Zo ook op onze bouw van mijn wellness resort aan huis, ook wel mantelzorgunit genoemd. Een bijzonder eigenaardige titel. Moet de mantelzorger hierin gaan wonen?
Wij hebben ervoor gekozen om tijdens de bouw in ons huis te blijven wonen en niet een paar weekjes op vakantie te gaan. Het gaat wonderbaarlijk goed. Alles loopt op schema er gaan geen dramatische dingen mis, de bouw vordert gestaag.
De start van elke bouwdag wordt gekenmerkt door de radio. Om klokslag 7:15, iedere ochtend. Direct daarna gevolgd door iets dat immens veel lawaai maakt. Een drilboor, slijptol, freesmachine. Op de radio hadden we gerekend en die staat lang niet zo hard als wij vreesden, maar die machines! We kunnen elkaar niet meer verstaan, ook niet als we schreeuwen. We horen de telefoon gelukkig niet eens overgaan, want een gesprek is toch niet mogelijk. Mijn vriend kan nog dagelijks even ontsnappen door een boodschap te gaan doen en vindt het zelfs relaxed dat hij kan gaan werken. Ik zit de hele dag aan de andere kant van het houten schot in onze kamer en ben oprecht blij als het rolstoelvervoer er is om me naar het ziekenhuis te brengen. Even weg van het lawaai. In het ziekenhuis gaat alles voor de verandering zonder al teveel uitlooptijd en ik ben thuis voordat de bouwers naar huis zijn.
Ik zit weer achter het schot in de kamer. De bouwradio staat nog steeds aan, de bouwers schreeuwen en het lawaai van de machines gaat harder dan de telefoon, harder dan mijn stem, harder dan mijn gedachten.